Voyage and Return
Door: Tim
Blijf op de hoogte en volg Tim
01 Mei 2012 | Thailand, Pai
Men zegt wel eens dat er op de wereld maar zeven verhalen bestaan. En dat elk boek dat je leest en elke film die je ziet maar een variatie is op een van die zeven. De Amerikaanse journalist Christopher Booker heeft er ooit het soort boek over geschreven waarmee je iemand dood kunt slaan. Het lijkt me nogal een oversimplificatie maar er zijn wel erg, erg veel voorbeelden te bedenken die aan Bookers model voldoen. (Geloof me nou maar. Ik ben al een tijdje niet naar de film geweest en het maken van lijstjes is het enige wat me er doorheen sleept.) En dat maakt het tot een interessant idee. Als zoveel verhalen terug te brengen zijn naar dezelfde kern, betekent dat dan dat onze levens zich ook volgens diezelfde lijnen voltrekken? Laten we de proef eens op de som nemen met een willekeurig leven. Laten we zeggen, het mijne.
De zeven categorieen in Bookers boek zijn de volgende: comedy, tragedy, rags to riches, the quest, overcoming the monster, rebirth en tenslotte "voyage and return". Reis en terugkeer dus. Die laat zich grofweg zo samenvatten: de hoofdrolspeler belandt (vaak tegen zijn zin) in een andere, voor hem vreemde wereld. Eerst kan hij er niet aan wennen (vaak met hilarische gevolgen) maar dan begint hij langzaamaan zijn nieuwe omgeving te waarderen. Uiteindelijk leert hij een wijze les, maakt hij een persoonlijke ontwikkeling door en wordt hij gelukkiger dan hij ooit is geweest.
Oh, en vaak is er een meisje.
Dat is dus het verhaal. Nu het mijne. En ja hoor, dat lijkt er aardig op. Nou heb ik al een aantal reizen en terugkeren mee mogen maken maar nooit was ik langer dan pakweg een week op dezelfde plaats. Hoe dat komt? Door het weggaan. Dat klinkt als een flauw antwoord maar onderschat het niet. Weggaan is uiterst verslavend. Als je het nooit hebt geprobeerd, moet je het echt eens doen. Mensen niet leuk? Geen lekker weer? Je hotelkamer een zootje of je hebt een bad hair day? Er is niets wat weggaan niet oplost. Het is bindingsangst in actie. Weggaan is jouw persoonlijke veto. Met zonodig nog een dikke middelvinger uit het raam van de bus. Het voelt heerlijk decadent.
Dat miste ik wel even, toen ik in Huay Makay Soam aankwam. Het weggaan. De douche was koud, het bed te hard, overal zaten enorme insecten, er was geen internet en niemand sprak Engels. Normaalgesproken had ik het wel geweten. Wegwezen hier. Maar ik had mezelf beloofd te blijven.
Daar ben ik mezelf nu best dankbaar voor. Mijn tijd in het Tomatendorp (dat is wat die rare Thaise naam betekent) zal ik nooit vergeten. Dat had ik die eerste dagen niet kunnen denken. De grootste uitdaging? Niet eens het lesgeven. Wat zonder curriculum of noemenswaardig lesmateriaal toch best lastig was. Nee, het grootste obstakel was de vrije tijd. Ik kan er bij u getresste Hollanders natuurlijk moeilijk mee aankomen maar het is een vreemd iets als je geen werkgever of sociaal leven hebt dat je tijd indeelt. Als je de hele dag niks te doen hebt - geen musea of tempels om te bezoeken, zelfs geen internet om je een vals gevoel te geven dat je iets bereikt - moet je ineens aardig je best gaan doen om je dagen betekenis te geven.
De maaltijden zorgden gelukkig nog voor enige routine. Zonder het ontbijt weet ik niet of ik voor de middag mijn uit had kunnen komen. Na dat ontbijt werd er vaak wat gelezen of gehangen tot de lunch, waarna pure zelfwalging me er vaak toe aanzette om een eind te gaan rennen richting het meer. Ergens onderweg, of later, in het water, kreeg ik dan de inspiratie waar ik op had gewacht. Een idee voor een nieuw liedje, een paar zinnen of een melodie en en passant een idee voor een lesplan. Wat dan tijdens het avondmaal haastig moest worden uitgewerkt.
Natuurlijk waren er ook andere dagen. Bijvoorbeeld die dagen dat we Ben en Ten hielpen met het bouwen van een nieuw bijgebouw. Urenlang aarde schoffelen, heen en weer te rennen met emmers stenen of beton gieten. We moesten het meest pauzeren van iedereen (meer nog dan zestiger Ben) en liepen met al onze goede bedoelingen soms zelfs aardig in de weg, maar we hebben toch aardig ons steentje (kom maar, opa) bijgedragen. Ten zei zelfs dat ze erg blij met ons waren omdat ze zelden zulke makkelijke, flexibele vrijwilligers hadden gehad. En dat is een groot compliment als het van een Thai komt.
Uit eerdere berichten kunt u misschien de conclusie hebben getrokken dat Thais lui zijn. Niets is minder waar. Zeker, ze hebben een groot talent voor niets doen. Maar als er een klus te klaren is, staan ze onvermoeibaar in de brandende zon te zwoegen. Zonder piepen. Zelfs toen een aarden wal die we de week ervoor hadden gebouwd met luid geraas instortte en een halve dag werk ongedaan maakte. Er werd even gegrinnikd, schouders werden opgehaald en men ging weer aan de slag.
George en ik hebben dus aardig wat mannenpunten gescoord. En na dit weekend vind ik helemaal dat we een soort oorkonde verdienen. Even de stand opnemen: ik heb een boom omgehakt, met een geweer geschoten en eekhoorn gegeten.
Ben en Ten verzorgen ook trekkings en boden dus aan om er een met ons te doen als afscheid. Nou ben ik normaal gesproken niet zo van de trekkings maar als ik van tevoren weet met wie ik twee dagen lang opgescheept zit en mijn gidsen helemaal vertrouw, durf ik het wel aan.
En daar gingen we dus. Vijf mannen, drie flessen illegale whisky en een geweer. Een veilig gevoel.
Ben heeft zijn status als de lokale Crocodile Dundee nog maar eens bevestigd. Aangekomen bij ons kamp toonde hij ons datgene dat Tefal angstvallig geheim houdt: dat je werkelijk elk soort keukengerei kan vervangen door een vers gekapt stuk bamboe. Pannen, borden, kommen, bekers. Een paar rake tikken met het kapmes en je hebt een heel servies compleet. Het duurde een paar uur maar plotseling was er een fantastische jungle-maaltijd in ons eigen, gecamoufleerde onderkomen. Waarom zou je ooit nog naar huis gaan? (het antwoord op de kijkersvraag van deze week, beste lezers: muggen)
Het een en ander zorgde ervoor dat mijn afscheid vandaag me best wat deed. Wijze les? Check. Persoonlijke ontwikkeling? Ja hoor. Verbeelde ik het me, of voelde mijn rugzak iets zwaarder aan dan toen ik hem de laatste keer omgespte? Zijn het de ervaringen die ik nu met me meedraag? (of is het slechts het gewicht van het soort metafoor dat je in de goedbedoelde folder van een Jehova's getuige door je strot gedouwd krijgt?)
En het meisje? Helaas, je kunt niet alles hebben. En dus moet ik terug naar de beschaving. Mijn eigen wereld heeft me nodig. Het kerstwonder is voorbij. De tijdmachine gerepareerd. De magische poort heeft zich geopend en vanuit haar diepten hoor ik een stem zachtjes mijn naam roepen. Ik keer me nog eenmaal naar de dorpelingen en geef een knipoog. Dan draai ik me om en ben ik verdwenen.
De zeven categorieen in Bookers boek zijn de volgende: comedy, tragedy, rags to riches, the quest, overcoming the monster, rebirth en tenslotte "voyage and return". Reis en terugkeer dus. Die laat zich grofweg zo samenvatten: de hoofdrolspeler belandt (vaak tegen zijn zin) in een andere, voor hem vreemde wereld. Eerst kan hij er niet aan wennen (vaak met hilarische gevolgen) maar dan begint hij langzaamaan zijn nieuwe omgeving te waarderen. Uiteindelijk leert hij een wijze les, maakt hij een persoonlijke ontwikkeling door en wordt hij gelukkiger dan hij ooit is geweest.
Oh, en vaak is er een meisje.
Dat is dus het verhaal. Nu het mijne. En ja hoor, dat lijkt er aardig op. Nou heb ik al een aantal reizen en terugkeren mee mogen maken maar nooit was ik langer dan pakweg een week op dezelfde plaats. Hoe dat komt? Door het weggaan. Dat klinkt als een flauw antwoord maar onderschat het niet. Weggaan is uiterst verslavend. Als je het nooit hebt geprobeerd, moet je het echt eens doen. Mensen niet leuk? Geen lekker weer? Je hotelkamer een zootje of je hebt een bad hair day? Er is niets wat weggaan niet oplost. Het is bindingsangst in actie. Weggaan is jouw persoonlijke veto. Met zonodig nog een dikke middelvinger uit het raam van de bus. Het voelt heerlijk decadent.
Dat miste ik wel even, toen ik in Huay Makay Soam aankwam. Het weggaan. De douche was koud, het bed te hard, overal zaten enorme insecten, er was geen internet en niemand sprak Engels. Normaalgesproken had ik het wel geweten. Wegwezen hier. Maar ik had mezelf beloofd te blijven.
Daar ben ik mezelf nu best dankbaar voor. Mijn tijd in het Tomatendorp (dat is wat die rare Thaise naam betekent) zal ik nooit vergeten. Dat had ik die eerste dagen niet kunnen denken. De grootste uitdaging? Niet eens het lesgeven. Wat zonder curriculum of noemenswaardig lesmateriaal toch best lastig was. Nee, het grootste obstakel was de vrije tijd. Ik kan er bij u getresste Hollanders natuurlijk moeilijk mee aankomen maar het is een vreemd iets als je geen werkgever of sociaal leven hebt dat je tijd indeelt. Als je de hele dag niks te doen hebt - geen musea of tempels om te bezoeken, zelfs geen internet om je een vals gevoel te geven dat je iets bereikt - moet je ineens aardig je best gaan doen om je dagen betekenis te geven.
De maaltijden zorgden gelukkig nog voor enige routine. Zonder het ontbijt weet ik niet of ik voor de middag mijn uit had kunnen komen. Na dat ontbijt werd er vaak wat gelezen of gehangen tot de lunch, waarna pure zelfwalging me er vaak toe aanzette om een eind te gaan rennen richting het meer. Ergens onderweg, of later, in het water, kreeg ik dan de inspiratie waar ik op had gewacht. Een idee voor een nieuw liedje, een paar zinnen of een melodie en en passant een idee voor een lesplan. Wat dan tijdens het avondmaal haastig moest worden uitgewerkt.
Natuurlijk waren er ook andere dagen. Bijvoorbeeld die dagen dat we Ben en Ten hielpen met het bouwen van een nieuw bijgebouw. Urenlang aarde schoffelen, heen en weer te rennen met emmers stenen of beton gieten. We moesten het meest pauzeren van iedereen (meer nog dan zestiger Ben) en liepen met al onze goede bedoelingen soms zelfs aardig in de weg, maar we hebben toch aardig ons steentje (kom maar, opa) bijgedragen. Ten zei zelfs dat ze erg blij met ons waren omdat ze zelden zulke makkelijke, flexibele vrijwilligers hadden gehad. En dat is een groot compliment als het van een Thai komt.
Uit eerdere berichten kunt u misschien de conclusie hebben getrokken dat Thais lui zijn. Niets is minder waar. Zeker, ze hebben een groot talent voor niets doen. Maar als er een klus te klaren is, staan ze onvermoeibaar in de brandende zon te zwoegen. Zonder piepen. Zelfs toen een aarden wal die we de week ervoor hadden gebouwd met luid geraas instortte en een halve dag werk ongedaan maakte. Er werd even gegrinnikd, schouders werden opgehaald en men ging weer aan de slag.
George en ik hebben dus aardig wat mannenpunten gescoord. En na dit weekend vind ik helemaal dat we een soort oorkonde verdienen. Even de stand opnemen: ik heb een boom omgehakt, met een geweer geschoten en eekhoorn gegeten.
Ben en Ten verzorgen ook trekkings en boden dus aan om er een met ons te doen als afscheid. Nou ben ik normaal gesproken niet zo van de trekkings maar als ik van tevoren weet met wie ik twee dagen lang opgescheept zit en mijn gidsen helemaal vertrouw, durf ik het wel aan.
En daar gingen we dus. Vijf mannen, drie flessen illegale whisky en een geweer. Een veilig gevoel.
Ben heeft zijn status als de lokale Crocodile Dundee nog maar eens bevestigd. Aangekomen bij ons kamp toonde hij ons datgene dat Tefal angstvallig geheim houdt: dat je werkelijk elk soort keukengerei kan vervangen door een vers gekapt stuk bamboe. Pannen, borden, kommen, bekers. Een paar rake tikken met het kapmes en je hebt een heel servies compleet. Het duurde een paar uur maar plotseling was er een fantastische jungle-maaltijd in ons eigen, gecamoufleerde onderkomen. Waarom zou je ooit nog naar huis gaan? (het antwoord op de kijkersvraag van deze week, beste lezers: muggen)
Het een en ander zorgde ervoor dat mijn afscheid vandaag me best wat deed. Wijze les? Check. Persoonlijke ontwikkeling? Ja hoor. Verbeelde ik het me, of voelde mijn rugzak iets zwaarder aan dan toen ik hem de laatste keer omgespte? Zijn het de ervaringen die ik nu met me meedraag? (of is het slechts het gewicht van het soort metafoor dat je in de goedbedoelde folder van een Jehova's getuige door je strot gedouwd krijgt?)
En het meisje? Helaas, je kunt niet alles hebben. En dus moet ik terug naar de beschaving. Mijn eigen wereld heeft me nodig. Het kerstwonder is voorbij. De tijdmachine gerepareerd. De magische poort heeft zich geopend en vanuit haar diepten hoor ik een stem zachtjes mijn naam roepen. Ik keer me nog eenmaal naar de dorpelingen en geef een knipoog. Dan draai ik me om en ben ik verdwenen.
-
02 Mei 2012 - 09:51
Dianne:
Tim! Wat een heerlijk verhaal. Binnenkort ook weer eentje van mij vanuit de rijstvelden...van Spanje, dat dan weer wel. Tot snel dus!
X! -
02 Mei 2012 - 12:45
Gijsbrecht:
Mooi verwoord (as always), waar bevindt de beschaving zich? Bangkok? Hoe dan ook, succes en geniet! En dat meisje..je weet dat sommigen er heel lief uitzien, maar behoorlijk evil kunnen zijn. Ik herinner me er nog een op de Perenthian...dus beware! ;-) -
03 Mei 2012 - 13:45
OpaAa:
Hallo Tim!
Mijn reaktie op dit magnifique verhaal? Overal en altijd, als je wilt en ervoor openstaat, leer je weer iets nieuws (soms over jezelf).
Ga zo voort, mijn (klein)zoon.
Goeie reis!
OpaAa
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley